Van: "Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <info@remmerswaal.nl>
Aan: "Jan Scherpenisse - Remmerswaal Accountants & Adviseurs" <scherpenisse@remmerswaal.nl>
Datum: 07-09-17 13:22:03
Onderwerp: Nieuwsbrief Remmerswaal Accountants & Adviseurs - 2017-09-07

Remmerswaal
donderdag, 7 september 2017
Geachte relatie,

Met deze mail ontvangt u een nieuwe uitgave van onze digitale nieuwsbrief, de editie van de maand september.

Wij willen u hiermee informeren over mogelijk voor u van belang zijnde actualiteiten en ontwikkelingen. Mocht u meer informatie over een of meerdere onderwerpen willen ontvangen en/of een vraag over een specifiek artikel hebben, dan kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met uw Remmerswaal-adviseur. U kunt nog meer nieuwsitems vinden op onze site www.remmerswaal.nl. Daar treft u ook algemene informatie over onze organisatie aan.

Wij wensen u veel leesplezier.

Deze nieuwsbrief bevat de volgende items:


Afschrijvingstermijn bepalend voor afboeking herinvesteringsreserve
Omzet- en winstcorrecties
Verzoek om teruggaaf buitenlandse btw
Kleineondernemersregeling en buitenlandse ondernemers
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren
Aansprakelijkheid werkgever
Aansprakelijkheid bestuurder stichting
 
Afschrijvingstermijn bepalend voor afboeking herinvesteringsreserveOndernemingswinst

 

Ondernemers die een bedrijfsmiddel verkopen voor een hogere prijs dan de boekwaarde, kunnen de belastingheffing over de meeropbrengst boven de boekwaarde uitstellen door het vormen van een herinvesteringsreserve. Een ondernemer die een herinvesteringsreserve wil vormen moet wel het voornemen hebben om tot herinvestering over te gaan. De herinvesteringsreserve wordt geheel of gedeeltelijk afgeboekt op de aanschafprijs van door de ondernemer aangeschafte bedrijfsmiddelen.
Afboeking van een herinvesteringsreserve op bedrijfsmiddelen, waarop niet pleegt te worden afgeschreven of waarvan de afschrijvingstermijn langer is dan tien jaar, is alleen toegestaan voor zover de reserve is gevormd bij de verkoop van bedrijfsmiddelen met eenzelfde economische functie in de onderneming.

Afschrijvingstermijn bepalend voor afboeking herinvesteringsreserve
Een vennootschap onder firma (vof) verkocht haar melkquota en nam de behaalde boekwinst op in een herinvesteringsreserve. De vof kocht vervolgens een zonnepaneleninstallatie. De herinvesteringsreserve werd afgeboekt op de aanschafprijs van deze installatie. De Belastingdienst corrigeerde de afboeking van de herinvesteringsreserve. Er volgde een procedure bij de rechtbank waarin aan de orde was wat de afschrijvingstermijn van de installatie was. De lengte van de afschrijvingstermijn is van belang voor het antwoord op de vraag of de herinvesteringsreserve kon worden afgeboekt op de aanschafprijs.

De rechtbank was van oordeel dat afschrijvingstermijn van de zonnepaneleninstallatie langer was dan tien jaar. Voor de bepaling van de economische levensduur zijn de garantieperiode en de terugverdientijd van de investering niet bepalend. Het is maatschappelijk niet gebruikelijk dat garanties worden gegeven voor de gehele levensduur van bedrijfsmiddelen. Verder is gebruikelijk dat een bedrijfsmiddel na afloop van de terugverdientijd nog steeds economisch rendabel is. Ook de technische ontwikkelingen van zonnepanelen in de afgelopen jaren hadden volgens de rechtbank niet tot gevolg dat de economische levensduur van een bestaande zonnepaneleninstallatie maximaal tien jaar zou bedragen. Afboeking van de herinvesteringsreserve op de aanschafkosten van de zonnepaneleninstallatie was niet toegestaan.

 
Omzet- en winstcorrectiesOmzetbelasting

 

Over zogenaamde afroommodules in kassasystemen is enkele jaren geleden veel te doen geweest. Met behulp van een dergelijk stuk software in een geautomatiseerde kassa is het mogelijk om transacties, die via de kassa verlopen, geheel of gedeeltelijk uit de omzet te halen. De Belastingdienst beschikt over een lijst met types van kassasystemen die voorzien zijn van of voorzien kunnen worden van een afroommodule. Wanneer de Belastingdienst constateert dat van een dergelijke module gebruik is gemaakt, kan dat gevolgen hebben voor de omzetbelasting, de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting.

De Belastingdienst heeft aan een bv naheffingsaanslagen omzetbelasting en navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting opgelegd. De bv exploiteert een wokrestaurant en maakte gebruik van een kassasysteem dat een afroommodule had. Bij een controle van het kassasysteem is vastgesteld dat de afroommodule ook is gebruikt. Daardoor is een deel van de behaalde omzet niet in de administratie verwerkt. Volgens de Belastingdienst waren de aandeelhouders van de bv de personen die de afroommodule gebruikten om zo bedragen aan winst buiten de boeken te houden. De winstcorrecties bij de bv werden als uitdelingen van winst aan de aandeelhouders betrokken in navorderingsaanslagen inkomstenbelasting. Tegelijk met de naheffingsaanslagen en navorderingsaanslagen werden vergrijpboetes opgelegd aan de bv en de aandeelhouders.

In de procedures over de naheffings- en navorderingsaanslagen is de bewijslast omgekeerd en verzwaard omdat niet de vereiste aangiften zijn gedaan. De rechtbank stelde dat vast aan de hand van de constateringen van aanwezigheid en gebruik van de afroommodule in het kassasysteem. De verklaring van de aandeelhouders dat een werknemer degene zou zijn geweest die de afroommodule had gebruikt voor eigen gewin vond de rechtbank niet aannemelijk. Het is volgens de rechtbank niet gebruikelijk dat een ondernemer de kassa-afsluiting volledig en zonder enige controle aan een werknemer overlaat.

De opgelegde naheffings- en navorderingsaanslagen bleven in stand, omdat de door de inspecteur gehanteerde schattingen van de verzwegen omzet redelijk waren. De bv en haar aandeelhouders zijn er niet in geslaagd om aan de verzwaarde bewijslast te voldoen. Wel heeft de rechtbank de boetes verminderd, ten eerste omdat de grondslag daarvoor is bepaald met toepassing van omkering van de bewijslast en ten tweede wegens overschrijding van de redelijke termijn van behandeling van de zaken.

 
Verzoek om teruggaaf buitenlandse btwOmzetbelasting

 

Ondernemers, die in 2016 in een ander EU-land btw hebben betaald, kunnen deze btw terugvragen wanneer zij in dat land geen aangifte doen. Een verzoek om teruggaaf over 2016 moet vóór 1 oktober 2017 zijn ingediend. Dat kan via de website van de Belastingdienst. Verzoeken die later binnenkomen worden mogelijk niet meer in behandeling genomen. Houd er rekening mee dat voor een verzoek om teruggaaf inloggegevens nodig zijn. Wanneer het een eerste verzoek om teruggaaf van btw uit een ander EU-land betreft, moeten inloggegevens worden aangevraagd. Volgens de Belastingdienst kan het tot vier weken duren voordat de inloggegevens worden verstuurd.

Voorwaarden verzoek teruggaaf
U kunt btw terugvragen uit een EU-land als u aan een aantal voorwaarden voldoet:

  • Uw onderneming is in Nederland gevestigd.
  • Uw onderneming doet in het EU-land waar de btw wordt teruggevraagd, geen aangifte voor de btw. Doet de onderneming in het buitenland wel aangifte, dan kan de btw daar als voorbelasting in aftrek worden gebracht.
  • De btw heeft betrekking op goederen en diensten die voor met btw belaste bedrijfsactiviteiten worden gebruikt.

Verzoek om teruggaaf niet mogelijk
Een verzoek om teruggaaf van btw uit een ander EU-land is niet mogelijk in de volgende gevallen:

  • U bent geen ondernemer voor de btw.
  • Uw onderneming verricht uitsluitend vrijgestelde prestaties.
  • U heeft een ontheffing van administratieve verplichtingen.
  • U valt onder de landbouwregeling en voldoet niet aan de voorwaarden voor de teruggaafregeling van agrarische goederen.

Behandeling verzoek
De Belastingdienst van het EU-land waar de btw wordt teruggevraagd reageert binnen vier maanden bij beschikking op het verzoek om teruggaaf. Een verzoek wordt afgekeurd of geheel of gedeeltelijk goedgekeurd. Als het verzoek wordt goedgekeurd, volgt de betaling uiterlijk binnen tien werkdagen na afloop van de termijn van vier maanden.

Bijlagen bij verzoek
Afhankelijk van het EU-land waar btw wordt teruggevraagd moeten mogelijk facturen of invoerdocumenten worden meegestuurd. Op de website van de Belastingdienst is te vinden welke vereisten gelden per EU-land. Omvat een verzoek om teruggaaf een creditfactuur, dan moeten er mintekens voor het factuurbedrag en het btw-bedrag worden geplaatst zonder spatie tussen het minteken en het bedrag. Een creditfactuur die betrekking heeft op een factuur die in een eerder verzoek om teruggaaf is meegenomen moet aan het eerstvolgende verzoek om teruggaaf worden toegevoegd.

 
Kleineondernemersregeling en buitenlandse ondernemersOmzetbelasting

 

De kleineondernemersregeling in de omzetbelasting geldt voor natuurlijke personen die een onderneming drijven. De kleineondernemersregeling is een vermindering van de door de ondernemer aan de Belastingdienst te betalen omzetbelasting. De regeling is van toepassing op de ondernemer die op jaarbasis minder dan € 1.883 aan omzetbelasting verschuldigd is. Bedraagt de verschuldigde omzetbelasting minder dan € 1.883 maar meer dan € 1.345, dan wordt het aan de Belastingdienst te betalen bedrag aan omzetbelasting verminderd met 2,5 maal het verschil tussen € 1.883 en het bedrag van de te betalen belasting. Bedraagt de verschuldigde omzetbelasting niet meer dan € 1.345, dan leidt de vermindering ertoe dat de ondernemer geen omzetbelasting aan de Belastingdienst hoeft te betalen.

Voor de toepassing van de kleineondernemersregeling wordt aan de ondernemers de eis gesteld dat zij in Nederland wonen of in Nederland beschikken over een vaste inrichting. Een vaste inrichting is een plaats van waaruit het bedrijf mede wordt uitgeoefend. Een vaste inrichting moet een zekere mate van duurzaamheid hebben en moet geschikt zijn voor een zelfstandige verrichting van de diensten van de onderneming.

Een in Duitsland wonend echtpaar was eigenaar van een voor de verhuur bestemde vakantiewoning in Nederland. Het echtpaar was ondernemer voor de omzetbelasting. De verhuur vond plaats door tussenkomst van een verhuurkantoor. De vraag was of het echtpaar over een vaste inrichting in Nederland beschikte. Hof Den Bosch oordeelde dat de activiteiten van de onderneming feitelijk werden verricht door het verhuurkantoor. Het echtpaar verrichtte zelf in Nederland geen activiteiten en de vakantiewoning kwalificeerde niet als vaste inrichting. Het verhuurkantoor vormde geen in Nederland gelegen verlengstuk van de onderneming van het echtpaar en was daarmee ook geen vaste inrichting van de onderneming. Het verhuurkantoor verrichtte zijn activiteiten zelfstandig en voor meerdere opdrachtgevers. Omdat het echtpaar niet beschikte over een vaste inrichting in Nederland hadden de echtgenoten geen recht op toepassing van de kleineondernemersregeling.

 
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens disfunctionerenArbeidsrecht

 

Een werkgever kan de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst met een werknemer te ontbinden wegens disfunctioneren. In de terminologie van de wet gaat het dan om ongeschiktheid van de werknemer om de bedongen arbeid te verrichten door een andere oorzaak dan ziekte of gebreken. Ontbinding op die grond is alleen mogelijk als voldoende vaststaat dat sprake is van disfunctioneren, de werkgever de werknemer daarvan tijdig in kennis heeft gesteld, hem de gelegenheid heeft gegeven om zijn functioneren te verbeteren en de ongeschiktheid niet het gevolg is van onvoldoende scholing of van de arbeidsomstandigheden. Is aan al deze voorwaarden voldaan, dan zal vervolgens aannemelijk moeten zijn dat het niet mogelijk is om de werknemer in een andere passende functie te herplaatsen.

Casus
In een procedure oordeelde de kantonrechter dat de werkgever voldoende onderbouwd had dat een werknemer niet over de voor de functie vereiste vaardigheden beschikte. Het ging om houding, gedrag en wijze van communiceren, zowel richting collega’s als richting klanten. De werknemer was daar meerdere keren op aangesproken, maar had daar niets mee gedaan. Daar kwam bij dat de resultaten van de werknemer niet voldeden aan de doelstellingen. De kantonrechter was verder van oordeel dat de werkgever de werknemer voldoende tijd en gelegenheid had gegeven om zich te verbeteren. De procedure betrof een senior manager. Volgens de kantonrechter mag van iemand op dat functieniveau worden verwacht dat hij in staat is om aan de hand van ontvangen feedback een verbeterplan met concrete doelen op te stellen. Uit een dergelijk verbeterplan moet blijken dat de werknemer begrijpt en erkent dat verbetering van zijn functioneren nodig is en dat hij gemotiveerd is om die verbeterpunten aan te pakken. De werknemer in deze procedure was daartoe niet in staat gebleken. De kantonrechter vond voldoende aannemelijk dat het de werknemer ontbrak aan vermogen tot zelfreflectie en daardoor aan het vereiste leervermogen om de vereiste vaardigheden te verwerven of te verbeteren. De enige vacature van de werkgever betrof een vergelijkbare functie op senior managementniveau. De kantonrechter achtte herplaatsing in een passende andere functie niet mogelijk en ontbond de arbeidsovereenkomst.

 
Aansprakelijkheid werkgeverArbeidsrecht

 

Als hoofdregel geldt dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade die een werknemer tijdens het uitvoeren van zijn werk oploopt. Er geldt een uitzondering op de hoofdregel als de werkgever kan aantonen dat hij voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. Een andere uitzondering geldt voor schade die het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Welke maatregelen een werkgever moet treffen om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt, hangt af van de omstandigheden van het geval.

De werkgever heeft de verplichting om zijn werknemers te voorzien van goede instructies, zodat zij weten hoe zij veilig kunnen werken. Dat geldt ook als het werk eenvoudig is. Juist bij eenvoudig werk komt voor dat de werknemer minder oplettend en voorzichtig is. De werkgever moet daar rekening mee houden bij het geven van veiligheidsinstructies.

 
Aansprakelijkheid bestuurder stichtingInvordering

 

Iedere bestuurder van een rechtspersoon is hoofdelijk aansprakelijk voor de loonheffing die de rechtspersoon verschuldigd is. De aansprakelijkheid geldt niet alleen voor bestuurders van een nv of een bv, maar ook voor bestuurders van een stichting of van een vereniging met rechtspersoonlijkheid. De rechtspersoon moet, zodra duidelijk is dat de loonbelasting niet betaald kan worden, daarvan mededeling doen aan de ontvanger. Als de melding van de betalingsonmacht tijdig is gedaan, is een bestuurder alleen aansprakelijk als het niet betalen van de belasting het gevolg is van kennelijk onbehoorlijk bestuur.

Is door of namens de rechtspersoon geen melding van de betalingsonmacht gedaan of is de melding te laat gedaan, dan is iedere bestuurder aansprakelijk en wordt verondersteld dat de niet betaling te wijten is aan zijn kennelijk onbehoorlijk bestuur. Alleen de bestuurder die aannemelijk weet te maken dat het niet aan hem is te wijten dat de melding van de betalingsonmacht niet of te laat is gedaan, krijgt de mogelijkheid om de veronderstelling te weerleggen.

De bestuurder van een stichting, die geen melding van betalingsonmacht had gedaan, slaagde er niet in aannemelijk te maken dat het niet melden niet aan hem te wijten was. Als bestuurder had hij zich op de hoogte moeten (laten) stellen van het reilen en zeilen van de stichting en van de financiële positie van de stichting. De bestuurder heeft geen gebruik gemaakt van zijn bevoegdheden om zich adequaat te laten informeren. Door zijn nalatigheid was hij niet in staat om de betalingsonmacht bij de ontvanger te (laten) melden.

 

Hopelijk heeft u de opgenomen artikelen als interessant en nuttig ervaren.

Twitter:
Wilt u op de hoogte blijven van actueel fiscaal nieuws? Volg ons op Twitter via @RemmerswaalInfo en mis geen belangrijk nieuws. Ook interesse voor nieuws van onze loonadviseurs volg dan ons op Twitter via @RemmerswaalLoon. Maar u kunt ons natuurlijk ook volgen via Facebook en Google+.

 



Met vriendelijke groet,

Remmerswaal Accountants & Adviseurs

U ontvangt deze e-mail van Remmerswaal Accountants & Adviseurs
Wilt u liever geen e-mail meer ontvangen op dit e-mailadres, klik dan hier om u af te melden.
www.remmerswaal.nlinfo@remmerswaal.nl